
Tip 1: Stel niet één groot doel, maar kies meerdere kleine doelen.
Als je jezelf probeert op te leggen om vanaf nu meer te gaan bewegen,wordt het moeilijk om de gewoonte in te passen in je leven om het te kunnen volhouden.Denk aan kleinere doelen zoals te voet naar de bakker gaan of tijdens je middagpauze een ommetje maken. De wagen twee straten verderop parkeren en die laatste meters te voet afleggen. Dat helpt je om vol te houden.
Tip 2: Kies haalbare doelen.
Als je uit het niets plots dagelijks 10 km gaat wandelen, is de drempel op zwakke momenten te hoog en de kans dat je snel opgeeft ook veel groter. Kies haalbare doelen zoals elke avond minstens een half uurtje wandelen, tijdens het weekend met een vriend(in) afspreken samen te gaan wandelen, elke middagpauze even de benen strekken.
Tip 3: Maak je doelen heel concreet.
Denk goed na over je dagelijkse keuzes en gewoontes en baseer je hierop om je doelen te formuleren. ‘Ik ga elke avond een half uurtje wandelen’ is veel makkelijker vol te houden dan ‘ik ga meer bewegen.’
Tip 4: Ga op zoek naar 'triggers'.
Koppel je voornemen aan bestaande gewoontes en rituelen, gebruik ze als triggers. Omdat je deze gewoontes al zonder nadenken uitvoert, zal je ook je nieuwe gedrag makkelijker aanleren. Wil je meer bewegen, neem je dan voor: ‘telkens na het lunchen, ga ik buiten een wandelingetje maken.'
Als je straks je eigen doelen vast legt, ga dan even na: zijn ze klein, eenvoudig, concreet en gekoppeld aan een trigger?