Soms wil je wel veranderen, maar je komt er niet echt toe. Je weet wel wat je zou moeten doen en waarom en tòch doe je het niet.
Er is dus een obstakel in jezelf dat ervoor zorgt dat je helemaal niet tot actie komt. Alsof je niet écht wil veranderen.
Als je wil slagen in het maken van nieuwe gewoontes, moet je die obstakels leren herkennen, begrijpen én aanpakken.
Zoom hiervoor eens in op de voordelen van je oud (ongezond) gedrag. Dat zijn namelijk de obstakels waar je overheen moet. Zodra je zicht hebt op deze obstakels, kan je op zoek gaan naar een alternatieve (gezonde) gewoonte die je hetzelfde voordeel oplevert.
Een voorbeeld: Vroeger zat je vaker neer, nu wil je meer gaan bewegen (wandelen in jouw geval). Bij de voordelen van je oud gedrag schrijf je: als ik meer tijd zittend doorbreng, ben ik ’s avonds minder vermoeid. Wees je ervan bewust dat het voor jou gaat om het gevoel van vermoeidheid en niet om het zittend gedrag.
Ga creatief op zoek naar een alternatieve invulling voor zo’n dagelijks uniek momentje. Wedden dat het helpt? Om telkens opnieuw de gezonde keuze te maken en niet te vervallen in oud gedrag, is het belangrijk om zicht te hebben op de échte reden waarom je iets wil veranderen.
Hoe ziet jouw motivatie eruit, en wat schuilt er achter?
Hoe intens en van welke kwaliteit is ze?